Executieve vaardigheden: wat een woord!
Oei, wat moeten we tegenwoordig veel weten! En natuurlijk moeten we onze kinderen goed begeleiden, want ze moeten wel tot hun recht komen. Maar kom je tot je recht als er constant aan je gesleuteld wordt en je moeder overspannen probeert het niet fout te doen?
M.i. is de nadruk op spelen in het Amerikaanse pre-school programma Tools of the mind heel terecht. En ik ben ook heel benieuwd naar de ontwikkeling van de kleine kapitein door Sardes. Een kind leert het meeste door gewoon te spelen. De onderwijsgoeroe Lev Vygotsky (1896-1934) wist het al: zelfsturing kun je leren. Zelfsturing is een term die je overal tegenkomt als je je tegenwoordig verdiept in opvoeding (en welke ouder of leerkracht doet dat nou niet?): om te leren moet je kunnen plannen, je spanningsboog trainen, je werkgeheugen optimaal gebruiken, flexibel zijn, prikkels kunnen negeren of uitstellen enz. En dat moet je allemaal ‘zomaar’ kunnen, want geen geleerde weet hoe dat nou precies moet. Geen theorie beschrijft je netjes kant-en-klaar wat de verhouding is tussen nature and nurture, tussen de prefrontale cortex, waar je met je wijsvinger tegenaan zit als je nadenkt, en de beinvloeding door de opvoeding. Enfin: ga d’r maar aan staan!Niemand weet hoe dit unieke kind reageert. Help, je doet het dus altijd fout als ouder! Of je geeft je kind te veel steun – en dan wordt-ie lui en gemakzuchtig, omdat-ie niks zelf moet. Of je geeft je kind te weinig – en dan wordt ze onzeker. Zelfs theorieen en testen kunnen je dan niet helpen. Volgens mijn studie geschiedenis zijn theorieen alleen eye-opener in een heeeel brede werkelijkheid en gaat het altijd om het individuele verhaal -of in dit schrijfsel: het unieke kind. En wat weten we niet van dit unieke kind, omdat een theorie altijd alleen maar een afspiegeling is van de werkelijkheid? Het verhaal is toch altijd groter.
Misschien is het toch maar het beste dit kind lekker te laten spelen en zijn of haar eigen uniekheid te leren ontdekken – stukje voor stukje, beetje bij beetje, met vallen en opstaan. Want van vallen en opstaan leer je toch altijd het meest!
En dan praten we nog niet over de druk op de leerkracht, die voor een klas onopgevoede drukke mormels staat en ieder kind individueel moet begeleiden. Misschien moeten we onze kinderen dus gewoon ’s ouderwets leren rekening te houden met elkaar?
Lekker laten spelen dus! Maar een ‘krachtige leeromgeving’ is natuurlijk wel aan te bevelen!
3 reacties »
Geef een reactie
-
Archief
- januari 2021 (1)
- juni 2020 (1)
- april 2020 (1)
- oktober 2019 (1)
- mei 2019 (1)
- december 2018 (2)
- september 2018 (1)
- juli 2018 (1)
- april 2018 (1)
- maart 2018 (1)
- december 2017 (1)
- juni 2017 (3)
-
Categorieën
-
RSS
Entries RSS
Comments RSS
Het begin klinkt bijna als een pleidooi voor Iederwijs, een onderwijsvorm die mijns inziens voor een heleboel kinderen niet geschikt is. Laten we wel zijn, als je het leren vrij laat, zal het op een gegeven moment stagneren. Dit zowel omdat je je niet bewust bent van de andere leerstof, je ook niet zelf zult aangeven dat je dat leren wilt. Ten tweede omdat het heel prettig is om te blijven hangen in wat je goed kan, en je zo je sterke vakken extra versterkt en de zwakke vakken (die juist wat meer aandacht zouden moeten krijgen) nauwelijks aan bod komen.
Spelen is belangrijk en inderdaad een vorm van leren, maar die leerrol wordt op een gegeven moment over genomen door onderwijssituaties. Spelen wordt op de basisschool vanaf groep 3 al snel voornamelijk spelen. De leerrol wordt over genomen door het onderwijs. Het educatieve zwaartepunt van spelen zit hem vanaf dan meer in de sociaal-emotionele hoek en/of de motorische hoek dan in de taal-, rekenen- en zaakvakken. Dat in tegenstelling tot de 6 jaar ervoor.
Je laatste stukje (“En dan praten we nog niet over …”) De inleiding klinkt als een extra argument voor je betoog, maar ik snap niet hoe. Ik vind het eerder een contra-argument, ligt ook aan de onopgevoede, drukke mormels. Feit is dat je als leerkracht op de basisschool in feite elke leerling individueel begeleid. Dat doe je door ze te clusteren, maar het oude, klassikale en frontale lesgeven zie ik niet meer terugkomen. Individueel begeleiden is een uitdaging, maar minder onmogelijk dan het lijkt.
Overigens is Vygotsky in leerkrachtenland het meest bekend om zijn theorie m.b.t. ‘de zone van de naaste ontwikkeling’, dat is de rol van de opleider/opvoeder. Zelfsturing is een kwestie van motivatie en die motivatie houd je erin door strategisch gebruik te maken van die zone van de naaste ontwikkeling. Hoef je overigens niet zelf te doen, kun je ook medeleerlingen voor inzetten.
Hoi Johanna!
Bedankt voor je reactie! Leuk zo weer ’s te wat van je te horen. Hoe gaat ’t met jouw mormels (op school en die thuis)? Lukt het je al om die goed te ‘begeleiden’?
Met het mormel thuis gaat alles prima. Kost me helemaal geen moeite. Maar misschien dat er meer uitdaging in komt wanneer eind augustus mormel 2 erbij komt.
De mormels in de klas kunnen soms moeilijker te temmen zijn, maar dat gaat over het algemeen wel goed. 25 Mormels zijn tenslotte net iets meer uitdaging dan een enkel mormeltje.